• dixit
  • wellicht onder invloed van het Franse dixit van het Latijn (werkwoord): dixit ("hij of zij heeft gezegd")
    Meestal is het nog goed mogelijk om dit woord op te vatten als een aanhaling uit het Latijn "hij of zij heeft het (letterlijk) zo gezegd" en net als in het Latijn is het mogelijk om de aanduiding van de geciteerde vóór dit woord te zetten en het zo wat extra nadruk te geven. In het Nederlands lijkt "dixit" zich tot een voorzetsel te hebben ontwikkeld, daarom wordt het hier zo beschreven.

dixit

  1. volgens, aldus (geplaatst voor de aanduiding van degene die de aangehaalde uitspraak deed)
    • De recensies over Wijnberg klinken soms vrijwel wanhopig: ‘Waarom laat hij ons aan ons lot over?’ vraagt Arjan Peters zich af. ‘Een eigenaardig boek, meer kan ik er niet over zeggen’, dixit Jacques Vogelaar. [1]
    • Maar het centrum is wel de stad die zes dagen per week wordt gezien en ervaren door de talloze tijdelijke verblijvers die thans ‘de goed uitgeruste regionale stad’ (dixit het Structuurplan Vlaanderen) maken tot wat ze is: een beetje woonstad, een beetje passantenstad. [2]
    • Er werd beslist om twee toneelklassen te laten bestaan, maar de theorielessen moesten samensmelten. Zover kwam het echter niet, want eind 1996 en verschillende protestacties later kon de Studio onverwacht een sponsor verwelkomen. Daardoor werd het argument van de ‘te dure opleiding’ (voorlopig) ontkracht, hoewel het voortbestaan van de school nog steeds wordt bedreigd, dixit artistiek leider Decleir in december 1997. [3]
    • Meneer Willem uit Joab is, dixit de flaptekst, ‘het prototype van de autocratische ondernemer’. [4]
    • De koper van het kunstboek is, dixit enkele uitgevers, prijsbewust én kritisch t.a.v. de inhoud van hetgeen hij onder ogen krijgt. [5]
    • Kortom: ik heb ook hier een goed sluitende en functionele structuur (dixit Piet van Aken) gebruikt om gestalte te geven aan twijfel en onzekerheid. [6]
  2. citerend (als achterzetsel geplaatst na de aanduiding van degene die de aangehaalde uitspraak deed, om er extra nadruk op te vestigen dat het om een citaat gaat)
    • ‘Het rijm is het wezen van de poëzie.’ Komrij dixit. [7]
    • De naar eigen zeggen feministische auteur had eigenlijk alleen werk van vrouwelijke auteurs willen onderzoeken maar kon om Couperus' ‘De stille kracht’ en Daums ‘Nummer elf’ niet heen. Uit ‘het damescompartiment’ (Nieuwenhuys dixit) koos ze werk van Annie Foore, Melati van Java en Thérèse Hoven, schrijfsters die, zo meent zij, ‘gemarginaliseerd zijn’ door ‘bevooroordeelde’ manlijke critici als Busken Huet en Nieuwenhuys. [8]
    • Men zou hierop kunnen antwoorden, dat de mens te beschouwen is als de som van zijn daden (Malraux dixit), en zo ook de dichter, de dichter-‘persoonlijkheid’, als de som van zijn gedichten. [9]
37 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[10]
  1. Mourits, B.
    "Je moet afleren poëzie te lezen voordat je de poëzie van Nachoem M. Wijnberg kunt lezen" in: De Revisor. jrg. 36 4/5 (oktober 2009) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam
    ; p. 136; geraadpleegd 2018-07-22
  2. Laermans, R.
    Ruimten van cultuur. (2001) Uitgeverij Van Halewyck, Leuven
    ; ISBN 90 5617 337 5; p. 48; geraadpleegd 2018-07-22
  3. Heene, S.
    "Op de mesthoop de lelie. Portret van een soeverein acteur, Jan Decleir" in: Ons Erfdeel. jrg. 41 nr. 2 (maart/april 1998) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonkveer
    ; p. 252; geraadpleegd 2018-07-22
  4. Vervaeck, B.
    "Hellema: het geheugen van de geschiedenis" in: Streven. Vlaamse editie. jrg. 57 nr. 4 (januari 1990) Streven VZW, Antwerpen
    ; p. 346; geraadpleegd 2018-07-22
  5. Heuvel, E. van den
    "De ‘devaluatie’ van het kunstboek" in: Ons Erfdeel. jrg. 26 nr. 4 (september/oktober 1983) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamdonksveer
    ; p. 571; geraadpleegd 2018-07-22
  6. Wispelaere, P. de
    Met kritisch oog. (1967) Nijgh & Van Ditmar, Den Haag / Rotterdam
    ; p. 134; geraadpleegd 2018-07-22
  7. Vergeer, K.
    "Recensies: Rijm & Ko" in: Awater. jrg. 3 nr. 1 (voorjaar 2004) Stichting Poëzieclub, Rotterdam
    ; p. 18; geraadpleegd 2018-07-22
  8. Boukema, H.J.
    "Boekbesprekingen en aankondigingen. (Tineke Hellwig. Adjustment and Discontent)" in: Neerlandica extra Muros. jrg. 34 nr. 1 (februari 1996) J. van In, Lier
    ; p. 60; geraadpleegd 2018-07-22
  9. Mooy, J.A.
    "Antwoord op antwoord. De ingenieur als psycholoog" in: Maatstaf. jrg. 2 (maart 1955) Daamen, Den Haag
    ; p. 898; geraadpleegd 2018-07-22
  10.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • /dik.sit/

dixit

  1. aldus (geplaatst voor de naam van de persoon die een voormelde uitspraak deed)
    «"Casse-toi pauv’ con !", dixit Nicolas Sarkozy.»
    "Scheer je toch weg, sukkel!", aldus Nicolas Sarkozy.


vervoeging van
dīcĕre

dīxit

  1. actief indicatief perfectum, derde persoon enkelvoud van dīcĕre