dilateren
- di·la·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dilateren |
dilateerde |
gedilateerd |
zwak -d | volledig |
dilateren [3]
- overgankelijk doen uitzetten, wijder maken
- Het woord dilateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dilateren" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ dilateren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be