dienstwilligheid
- dienst·wil·lig·heid
- Afgeleid van dienstwillig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstwilligheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de dienstwilligheid v
- de bereidheid tot dienst
- Zijn dienstwilligheid was niet erg groot.
- Het woord 'dienstwilligheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.