descasar

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• des·ca·sar

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
descasar	descasaba	descasado
	volledig

Werkwoord

descasar

1. overgankelijk scheiden
2. huwelijk ontbinden
3. verstoren, in de war brengen

Synoniemen

• [1] separar
• [2] divorciar
• [3] desordenar

Verwijzingen

• descasar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española