desautorizar
- de·sau·to·ri·zar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
desautorizar |
desautorizaba |
desautorizado |
volledig |
desautorizar
- overgankelijk geen toestemming geven voor
- afkeuren
- ontkennen, logenstraffen
- [2] desaprobar
- [3] negar
- desautorizar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española