• der·waarts
  • In de betekenis van ‘bijwoord van richting: naar de genoemde plaats’ voor het eerst aangetroffen in 1407 [1]
  • Afgeleid van der met het achtervoegsel -waarts.

derwaarts

  1. naar die genoemde plaats, daarheen
    • De "landen van derwaarts over" waren het kerngebied van de Bourgondische hertogen. 

herwaarts

54 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]