Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • denk door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doordenken

denk door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doordenken
    • Ik denk door. 
  2. gebiedende wijs van doordenken
    • Denk door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doordenken
    • Denk je door? 
Verwante begrippen


Gangbaarheid