• de·le·gi·ti·me·ren

delegitimeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
delegitimeren
delegitimeerde
gedelegitimeerd
zwak -d volledig
  1. iets benoemen als zijnde onwettig
     Facebook neemt voorzorgsmaatregelen voor het geval dat de Amerikaanse president Donald Trump na de verkiezingen in november weigert de uitslag te accepteren als hij verliest, meldt The New York Times. Bronnen binnen Facebook zeggen dat er scenario’s klaarliggen die moeten voorkomen dat Trump Facebook gebruikt om de verkiezingsuitslag te delegitimeren.[1]
     Bloom doet een kleine poging een uitweg uit de misère te vinden door terrorisme te delegitimeren, deromantiseren en demobiliseren. Maar zolang er in werkelijkheid weinig verandert, was oud-premier van Rajiv Gandhi ‘niet de eerste, en hij zou ook niet de laatste zijn die de dodelijkheid van vrouwen zou onderschatten’, aldus Bloom. Gandhi werd vermoord door een beeldschone Tamiltijger.[2]



  1.   Weblink bron “‘Facebook neemt maatregelen voor als Trump verkiezingsuitslag verwerpt’” (21-08-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron “De kogel kwam van een vrouw” (30/09/2011), HP de Tijd