deden dienst
- de·den dienst
vervoeging van |
---|
dienstdoen |
deden dienst
- meervoud verleden tijd van dienstdoen
- Wij deden dienst.
- Jullie deden dienst.
- Zij deden dienst.
- Wij deden dienst.
- Het woord deden dienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.