de-escaleren
- de-es·ca·le·ren
de-escaleren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
de-escaleren |
de-escaleerde |
gede-escaleerd |
zwak -d | volledig |
de-escaleren
- overgankelijk (een geschil) minder hevig doen worden
- Het uitgesproken voornemen om de troepen terug te trekken de-escaleerde het conflict niet.
- ergatief minder hevig worden
- In die tijd de-escaleerde de situatie omdat het besef doordrong dat er een gemeenschappelijke vijand was.
- Het woord de-escaleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.