datajournalist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·ta·jour·na·list
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van data en journalist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | datajournalist | datajournalisten |
verkleinwoord | datajournalistje | datajournalistjes |
Zelfstandig naamwoord
de datajournalist m
- een journalist die zich bezig houdt met vaak grote hoeveelheden gegevens en de betekenis hiervan
- De datajournalist analyseerde de gegevens.