dansa
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dansa | danses |
dansa v
dansa
vervoeging van |
---|
danser |
dansa
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van danser
dansa
- dan·sa
- van het Nederlandse dansen, het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong
dansa
- dans, dansen op westerse wijze, als regel door gemengde dansparen met begeleidende muziek
- «Dansa adalah kegiatan yang membutuhkan pasangan.»
- Dansen is een bezigheid waarvoor een partner nodig is.
- «Dansa adalah kegiatan yang membutuhkan pasangan.»
dansa
- dan·sa
Naar frequentie | 5703 |
---|
dansa
dansa