Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dacht uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitdenken

dacht uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitdenken
    • Ik dacht uit. 
    • Jij dacht uit. 
    • Hij, zij, het dacht uit. 


Gangbaarheid