Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daag·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
indagen

daagden (...) in

  1. meervoud verleden tijd van indagen
    • Wij daagden in. 
    • Jullie daagden in. 
    • Zij daagden in. 

Gangbaarheid