• dømd
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud dømd
o enkelvoud dømt
meervoud dømde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
dømde

dømd

  1. gedoomd
  2. veroordeeld

dømd

  1. verouderde spelling of vorm van dømt tot 2012
(verouderd) onbepaalde onzijdige vorm enkelvoud van de stellende trap van dømd

dømd

  1. verouderde spelling of vorm van dømt tot 2012
(verouderd) onbepaalde onzijdige vorm enkelvoud van de stellende trap van dømt

dømd

  1. verouderde spelling of vorm van dømt tot 2012
(verouderd) voltooid deelwoord van dømma en dømme