döners
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dö·ners
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de döners mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord döner
- ▸ „Wat doe je met een bakker die 25 procent van zijn omzet uit döners haalt”, zegt Parbhudayal. „Is het dan een bakker of een snackbar?”[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'döners' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Martine Kamsma & Geertje Tuenter“‘Als je zegt: eet dit niet, dan kom je wel heel dichtbij’” (25 juli 2022) op nrc.nl