cybershoppen
- cy·ber·shop·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
cybershoppen |
cybershopte |
gecybershopt |
zwak -t | volledig |
cybershoppen
- shoppen via internet
- Het woord 'cybershoppen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.