Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ro·na·richt·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coronarichtlijn coronarichtlijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de coronarichtlijnv / m

  1. (medisch) richtlijn om besmetting met het coronavirus te voorkomen en/of hoe om te gaan met de situatie van een rondwarend virus
    • De RIVM geeft is in Nederland de opsteller van de coronarichtlijn.