coronagriep
- Geluid: coronagriep (hulp, bestand)
- co·ro·na·griep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronagriep | coronagriepen |
verkleinwoord | coronagriepje | coronagriepjes |
- (medisch) de ziekteverschijnselen die men krijgt bij de besmetting met een coronavirus