coproducent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coproducent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·pro·du·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coproducent | coproducenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de coproducent m
- persoon die samen met een ander een programma, film, cd of iets dergelijks maakt
- ▸ Van Nieuwkerk gaat naast De Wereld Draait Door een reeks afleveringen van het NTR-programma College Tour presenteren. De Telegraaf schreef eerder dat de presentator volgens ingewijden tonnen overhoudt via een constructie, waarbij het bedrijf MediaLane coproducent wordt. "Rond de presentatie van het programma College Tour is geen 'salarisconstructie' geconstateerd", meldt de NPO nu.[1]
Gangbaarheid
- Het woord coproducent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“NPO: beloning Van Nieuwkerk binnen de regels, geen 'salarisconstructie'” (Woensdag 27 maart 2019, 17:18), NOS