contextualiseren
- con·tex·tu·a·li·se·ren
- afleiding van context
contextualiseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
contextualiseren |
contextualiseerde |
gecontextualiseerd |
zwak -d | volledig |
- aansluiten, aanpassen en rekening houden met de plaats en tijd waarin iets plaatsvindt
- ▸ Je moet aansluiten op de bezwaren en vragen van mensen uit een bepaalde cultuur over het geloof. Elke vorm van Evangeliebediening is aangepast aan een bepaalde cultuur. Daarom is het belangrijk bewust te contextualiseren. Wie dat niet bewust doet, zal onbewust sterk gecontextualiseerd zijn aan een andere cultuur, namelijk die van hemzelf.[1]
- plaatsen in de tijd en cultuur waarin iets gemaakt is
- ▸ Brussels parlementslid Kalvin Soiresse Njall verbaasde zich er op de RTBF over dat ‘Kuifje in Congo’ de voorbije weken nog niet ter sprake is gekomen in het racismedebat in ons land. De politicus met Togolese roots vraagt niet om de strip te verbieden, wat ‘contraproductief’ zou zijn, ‘maar we moeten hem absoluut contextualiseren’.[2]
- Het woord contextualiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Dr. William den Boer en dr. Kees van Kralingen“Contextualisatie van Evangelie is geen verwereldlijking” (20 september 2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron svg“Krijgt ‘Kuifje in Congo’ voorwoord met context?” (28/06/2020), De Standaard