Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·speur·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactspeurder contactspeurders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contactspeurderm

  1. iemand die bij besmetting met een besmettelijke ziekte of infectie nagaat met wie diegene in contact is geweest, zodat de verspreiding van de ziekte/infectie wordt tegengegaan
    • Tijdens de coronapandemie ging de contactspeurder tijdens het contactonderzoek de mensen bellen met wie iemand in aanraking was geweest. 
Verwante begrippen