• con·sig·nar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
consignar
consignaba
consignado
volledig

consignar

  1. overgankelijk consigneren
  2. in bewaring geven
  3. in consignatie verzenden
  4. bestemmen, toewijzen
  5. boekstaven, schriftelijk vastleggen