conquistar
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
conquisto | conquistava | conquistat |
1e vervoeging | volledig |
conquistar
- veroveren, onderwerpen, in bezit nemen
- overtuigen, overhalen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
conquistar |
conquistaba |
conquistado |
volledig |
conquistar
- veroveren, onderwerpen, in bezit nemen
- aantrekken, verrukken, verliefd maken