Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·cert·ruim·tes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de concertruimtesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord concertruimte
     Het Amsterdam Symphony Orchestra heeft echter een feilloos instinct voor verkeerde concertruimtes. Ook de Grote Zaal van de Beurs van Berlage, waarin dit seizoen wordt geconcerteerd, is daarvoor ongeschikt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Kasper Jansen
    “Bachborrel bij passie-party” (2 april 2004) op nrc.nl