compactor
- com·pac·tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compactor | compactoren compactors |
verkleinwoord | compactortje | compactortjes |
de compactor m
- (werktuigbouwkunde) machine voor het samenpersen van afval
- Het woord 'compactor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.