choreograferen
- cho·reo·gra·fe·ren
choreograferen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
choreograferen |
choreografeerde |
gechoreografeerd |
zwak -d | volledig |
- het bedenken en noteren van een dans zoals bijvoorbeeld een ballet
- Hans van Manen heeft veel beroemde balletten gechoreografeerd.
- Het woord choreograferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.