chinezen
Niet te verwarren met: Chinezen |
- chi·ne·zen
- In de betekenis van ‘via koker opsnuiven van verhitte heroïne’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1975 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chinezen |
chineesde |
gechineesd |
zwak -d | volledig |
chinezen
- inergatief het nuttigen van een Chinese maaltijd, gewoonlijk in een Chinees restaurant
- We hebben gisteren heerlijk gechineesd.
de chinezen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord chinees
- Het woord chinezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chinezen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "chinezen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be