enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cause     la cause     cause     les cause  

cause v

  1. oorzaak
  2. reden
vervoeging van
causer

cause

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van causer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van causer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van causer


vervoeging van
causar

cause

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van causar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van causar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van causar