• ca·ri·bist
enkelvoud meervoud
naamwoord caribist caribisten
verkleinwoord

de caribistm

  1. (beroep) deskundige op het gebied van de Caraïben en de caraïbistiek
     In plaats van zich als look-a-like van Fanon of Hoetink te manifesteren, is het volgens Guadeloupe van belang dat Caribisten zich rekenschap geven van the World of the You, een wereld waarin respect bestaat voor de veranderlijke individualiteit van de mens. Naar het oordeel van Guadeloupe onderkennen Caribisten onvoldoende dat ieder mens zich gedraagt afhankelijk van tijd en context.[1]
  1.   Weblink bron “Bezem door de Caraïbistiek” (geraadpleegd 21 februari 2021)