caramboleren
- ca·ram·bo·le·ren
- afleiding van carambole
caramboleren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
caramboleren |
caramboleerde |
gecaramboleerd |
zwak -d | volledig |
- een carambole maken bij het biljarten
- het kaatsen van ballen, het wegstuiteren van ballen bij een andere sport
- ▸ De eerste kans voor Ajax was in de 19de minuut. Donny van de Beek zag zijn inzet op miraculeuze wijze naast het Feyenoord-doel caramboleren. Ajax speelde met de zogeheten 'Europese' opstelling, dus met Lasse Schöne als controleur op het middenveld en Dusan Tadic in de spits. Daarna ontspon zich een intens gevecht waarin beide ploegen elkaar bestreden om elke centimeter. Tot grote kansen leidde het echter niet.[2]
- ▸ Na rust had Patrick Cutrone de ban kunnen breken, maar de diep gestuurde Empoli-aanvaller trof de vuisten van doelman David Ospina. Toch zou hij in de 71ste minuut de score op curieuze wijze openen: Andre Zambo Anguissa kopte een hoekschop weg, maar zag de bal via het achterhoofd van Cutrone in zijn eigen doel caramboleren: 0-1.[3]
- Het woord caramboleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ajax dooft het seizoen van Feyenoord na 3-0 bekerzege” (Woensdag 27 februari 2019, 22:36), NOS
- ↑ Weblink bron “Inter neemt koppositie in Serie A over van Milan, weer puntenverlies Napoli” (Zondag 12 december 2021, 20:25), NOS