buurtgenootje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buurtgenootje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbyrtxəˌnocə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- buurt·ge·noot·je
Woordherkomst en -opbouw
- buurtgenoot met het achtervoegsel -je
Zelfstandig naamwoord
het buurtgenootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buurtgenoot
Gangbaarheid
- Het woord buurtgenootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.