bulletje
- [1] Geluid: bulletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbʏləcə / (3 lettergrepen)
- [2] Geluid: bulletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbulətjə / (3 lettergrepen)
- [1] bul·le·tje
- [2] bul·let·je
het bulletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bul
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bullet
- Het woord bulletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bulletje" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be