• bul·le·bak·ba·zen
  • bullebakbaas met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

de bullebakbazenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bullebakbaas
     Wat doen we dan intussen met alle kwetsbare mensen in verpleeghuizen, met werknemers die bullebakbazen hebben, met depressieve pubers die hun ouders tot wanhoop drijven, met iedereen die op normale zorg wacht?[1]
  1.   Weblink bron
    Joost Zaat
    “Ik wou dat ik weer kon zorgen voor ‘mijn mensen’” (16 april 2020) op volkskrant.nl