buitenboordbeugels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitenboordbeugels (hulp, bestand)
- IPA: / ˌbœytə(n)ˈbordbøɣəls / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- bui·ten·boord·beu·gels
Woordherkomst en -opbouw
- buitenboordbeugel met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de buitenboordbeugels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenboordbeugel
- ▸ Kinderen met buitenboordbeugels zijn binnen een paar jaar waarschijnlijk een zeldzaamheid in het straatbeeld.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'buitenboordbeugels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron M.A.J. Eijkman“Buitenboordbeugel kan weer verdwijnen” (8 september 2014) op nrc.nl