brandassurantiën

  • brand·as·su·ran·tiën, brand·as·su·ran·ti·en

de brandassurantiënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brandassurantie
    • Door tusschenkomst van meester Vlag had de freule voor Cornelis eene kamer gehuurd bij den zwager van den meester, die een tamelijk goed huis bewoonde en van alle mogelijke zaken agent was, niet slechts van levensverzekeringen, maar ook van brandassurantien," van naai-machines, verduurzaamde levensmiddelen, tot zelfs van chocolade en mosterd. [1]