enkelvoud meervoud
nominatief brame bramen
genitief bramen bramen
datief brame bramen
accusatief brame bramen

brame m

  1. braam


vervoeging van
bramar

brame

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar