brachten thuis
- Geluid: brachten thuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑxtə(n) ˈtœys / (3 lettergrepen)
- brach·ten thuis
vervoeging van |
---|
thuisbrengen |
brachten (…) thuis
- meervoud verleden tijd van thuisbrengen
- Wij brachten thuis.
- Jullie brachten thuis.
- Zij brachten thuis.
- Wij brachten thuis.
- Het woord brachten thuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.