Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • braad·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbraden

braadden (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanbraden
    • Wij braadden aan. 
    • Jullie braadden aan. 
    • Zij braadden aan. 

Gangbaarheid