• bouw·num·mers

de bouwnummersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwnummer
     De bouwnummers volgden elkaar gestadig op.[1]
  1.   Weblink bron
    Anno Teenstra
    “Scheepswerf Wanders & Zoon.” (1953), Gebr. Zomer & Keunings Uitgeversmaatschappij, Wageningen, p. 13/14