botertonnetje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: botertonnetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbotərˌtɔnəcə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- bo·ter·ton·ne·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het botertonnetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boterton
- Een zwerm bijen, die het kamp kwam binnenvliegen, is gisteren met de koningin in een botertonnetje opgevangen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'botertonnetje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Mechanicus, P.In dépôt. 4e druk (1989) Van Gennep, Amsterdam; ISBN 90-6012-811-7; p. 39; geraadpleegd 2018-07-26