borden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: borden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔrdə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bɔrdə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /bɔrdə(n)/
Woordafbreking
- bor·den
Zelfstandig naamwoord
de borden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bord
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bordar |
borden
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar
Zweeds
Uitspraak
Naar frequentie | 9918 |
---|
Zelfstandig naamwoord
borden
- nominatief bepaald onzijdig meervoud van bord