boord om
- boord om
vervoeging van |
---|
omboorden |
boord (...) om
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboorden
- Ik boord om.
- gebiedende wijs van omboorden
- Boord om!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboorden
- Boord je om?
- Het woord 'boord om' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.