boompiepers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boompiepers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbompipərs / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.pi.pərs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.pi.pərs/
Woordafbreking
- boom·pie·pers
Zelfstandig naamwoord
de boompiepers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boompieper