boomen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boo·men
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
boomen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
boomen |
boomde |
geboomd |
zwak -d | volledig |
- zeer snel groeien, zeer snel ontwikkelen
Gangbaarheid
- Het woord boomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.