boodschappenmandje
- Geluid: boodschappenmandje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbotsxɑpə(n)ˌmɑncə / (5 lettergrepen)
- bood·schap·pen·mand·je
- boodschappenmand met het achtervoegsel -je
het boodschappenmandje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boodschappenmand
- ▸ Met een plastic boodschappenmandje vol boeken uit het magazijn ga ik aan een tafel zitten om te kijken wat me bevalt.[1]
- Het woord boodschappenmandje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Brigit Kooijman“Hoe je over het leven leert van Kerouac en Christie” (7 november 2018) op nrc.nl