boodschappenkarretje
- Geluid: boodschappenkarretje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbotsxɑpə(n)ˌkɑrəcə / (6 lettergrepen)
- bood·schap·pen·kar·re·tje
- boodschappenkar met het achtervoegsel -etje
het boodschappenkarretje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boodschappenkar
- ▸ Behoedzaam liep Chantal met het boodschappenkarretje langs de stellingen.[1]
- Het woord boodschappenkarretje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.