bonusdochters
- Geluid: bonusdochters (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbonʏzˌdɔxtərs / (4 lettergrepen)
- bo·nus·doch·ters
- bonusdochter met uitgang -s
de bonusdochters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bonusdochter
- ▸ Ik, Lauren Valerius, moeder van drie dochters en twee bonusdochters, redelijk succesvol beeldend kunstenaar, ben een 'dit soort zaak' geworden.[1]
- Het woord 'bonusdochters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Antoinette Kalkman“Bonuszoon”, ebook, Godijn Publishing, ISBN 9789493157156, hfst. 12