bon ton
- bon ton
- geen meervoud, Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘welgemanierdheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1765 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bon ton | - |
verkleinwoord | - | - |
de bon ton m
- dat wat in bepaalde kringen als welgemanierd wordt beschouwd
- Het woord bon ton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.