bolsteren
- bol·ste·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bolsteren |
bolsterde |
gebolsterd |
zwak -d | volledig |
bolsteren
- overgankelijk peulvruchten van hun hulzen ontdoen
- Die kapucijners moeten nog gebolsterd worden.
- Het woord 'bolsteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bolsteren" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be